MagazineInterview

Portret Frederik Delbart – Recor Home

  • Words

    Christophe De Schauvre

  • Images

    Koen Bauters

Als creative director van Recor Group, stroomlijnt Frederik Delbart de vijf Recor Home collecties. Een huzarenstukje, want alles samen ging het om meer dan 60 nieuwe producten waarvan er heel wat uit zijn pen zijn gekomen. Als designer is hij evenwel niet aan zijn proefstuk toe. De designer met roots in Alken verdeelt zijn tijd tussen Recor en zijn ontwerpstudio in Antwerpen. Een portret van de Designer van het Jaar 2018.

De voorbije jaren ging het bijzonder hard voor Frederik Delbart. Etiketten als ‘aanstormend talent’, ‘grote belofte’ en ‘one to watch’ bleven niet achterwege. Vooral na de lan- cering in Milaan van RectoVerso, een verfijnde marmeren schraagtafel voor het label Van den Weghe/ Items, kreeg hij alle volgspots van de internationale media op zich gericht. De tafel valt dan ook op. Helemaal uit marmer en allerminst lomp of log. “Het was de allereerste tafel ter wereld met schragen in marmer”, wijst Frederik Delbart op de nieuwswaarde. Op een vernuftige manier ontwikkelde hij voor het tafelblad een kern van aluminium honinggraat die vervolgens gehuld werd in Indisch en Italiaans marmer.

Een mooie binnenkomer op het internationale designforum. In eigen land leverde hij in 2014 al zijn visitekaartje af met The Siblings, waarmee hij op beurzen als de Salone del Mobile en DesignMiami prijzen wegkaapte. Een veelzijdig verlichtingssysteem waarbij een LED-lamp in laboratoriumglas wordt ingewerkt als diffuse lichtbron. Je zou er een moderne herinterpretatie van de werflamp in kunnen zien. Toen het Belgisch label Per/Use het op de markt bracht kreeg het meteen een Henry Van de Velde label, een prestigieus keurmerk voor goed design. Een belangrijke erkenning, want het was een commerciële vertaling van Frederiks afstudeer- werk aan La Cambre in Brussel.

“Ik wist eigenlijk van jongsaf aan dat ik ontwerper wilde worden”, zegt Delbart. “Ik voelde me aangetrokken tot het ontwerpen van dingen, door de intrinsieke schoonheid van objecten wanneer ze in vorm en functie een verschil maken. Toen kwam mijn vader aanzetten met La Cambre, een school opge- richt door architect Henry Van de Velde in de geest van het roemruchte Bauhaus. En Bauhaus, dat kende ik.” Hij waagde zijn kans. “Een B-plan had ik niet. Het moest en zou La Cambre worden.” De veeleisende en intensieve creatieve opleiding vroeg veel doorzettingsvermogen en veer- kracht. “Voortdurend moest ik mijn grenzen verleggen om te overleven: eerst dat toegangs- examen, dan het eerste jaar… Achteraf denk ik dat die onbe- vangenheid me misschien gesterkt heeft, want ik wilde alles weten van de wereld van de vormgeving.” Ingegeven als overlevingsstrategie spijkerde hij zijn Frans duchtig bij, mat zich een Brusselse flair aan en zette de mentaliteit van de beruchte school naar zijn hand. “Als je aan La Cambre onderbouwd kan uitleggen waarom je iets doet, zit je op het goede spoor. Je argumenten moeten sterk zijn als gewapend beton, anders haal je het niet.”

Zijn eerste stappen zette hij als assistent van de Limburgse top-designer Bram Boo – in datzelfde jaar gebombardeerd tot Designer van het Jaar – die overstelpt werd met vragen en projecten. Een gedroomde leerschool voor Delbart die er als een Zwitsers zakmes Bram Boo kon bijstaan. Al tijdens zijn afstuderen verdiepte hij zich in nieuwe technologieën en ontwikkelingen, zoals de, toen nog, gloednieuwe LED-technologie. Dat heeft het er toe geleid dat zijn eindwerk “The Siblings” ook effectief de prototype-fase kon voorbijgaan en in productie ging. De grote interesse in LED’s en verlichting zorgde ervoor dat hij aan de slag ging bij de professionele verlichtingsafdeling van Philips, waar hij belangrijke ervaringen in projectmanagement en opliep. Gelijktijdig met dit alles, sinds zijn diploma, werkte Frederikop alle vrije momenten aan zijn eigen zelfstandige designstudio. Zo zette Delbart samenwerkings- verbanden op met Quincalux, een West-Vlaams familiebedrijf gespecialiseerd in deurenbeslag,en voor het Brusselse BISLighting blies hij het sublabel Aluci nieuw leven in. In 2016 was hij de Belgische vertegenwoordiger opde Design-biënnale van Londen en in 2017 werd hij de eregast van BAD – Belgian Art & Design, een hoog aangeschreven beurs waarin kunst én design samenvallen. “Verlichting blijft een interessant domein door de snelle ontwikkelingen in technologie, maar ook die deurkrukken zijn interessant. Ik schets elke dag ideeën, als oefening. Een beetje zoals een violist vingeroefeningen doet. Zetels, stoelen, maar even goed auto’s… ik laat me niet begrenzen. Als designer moet je onbevangen kunnen kijken naar dingen en je door alles laten inspireren.”

De onbevangenheid in combinatie met lef en doorzettingsver- mogen is kenmerkend, want het kwam hem ook bij Recor van pas. Dat hij als jonge art director – °1988 – de verantwoordelijkheid kreeg om de marktintroductie van Recor Home uit te tekenen is niet evident. “Mijn rol als art director is niet louter toegespitstop het aanleveren van productideeën”, klinkt het. “Er is niet enkel de creatie van het label met daaronder de verschillende collecties, het gaat ook om de strategie rond het merk. Waar gaat Recor Home heen, welke doelen zetten we hiervoor uit en hoe gaan we de expertise van productontwikkeling en productie aanwenden om dit te bereiken? Recor is een familie- bedrijf dat door de jaren heen zoveel knowhow heeft opgebouwd dat het een eer is om hier als art director mee aan de slag te kunnen gaan.” Intussen heeft hij een heel team aan experts om zich heen gebouwd om het label én de collecties verder te laten doorgroeien. De introductie was in ieder geval één van de grootste uit de Belgische meubelindustrie en doet het beste vermoeden over wat nog komen zal.

Dit interview verscheen in Home.
Een brand experience boek uitgegeven door Recor Home.
Hardcover 220 pagina’s, ISBN-nummer 978 90 828 6020 7

Dit artikel is deel 01 van

Frederik Delbart is Designer van het Jaar